Piekeren

Kinderen met een piekerstoornis zijn doorgaans langer dan 6 maanden erg bezorgd, piekeren erg veel en hebben moeite dat piekeren onder de controle te houden. Vaak gaat het over gewone dingen, zoals ziek zijn, onvoldoendes halen, of niet aardig gevonden worden, maar het kan ook gaan over het milieu, het journaal en andere zaken. De zorgen over alledaagse dingen zijn vaak niet nodig, maar kinderen met een piekerstoornis kunnen ze niet tegenhouden. Omdat het piekeren vaak over meerdere dingen gaat, zeggen we dat de angst ‘gegeneraliseerd’ is. Daarom wordt een piekerstoornis een gegeneraliseerde angststoornis genoemd.

Hoe ontstaat een piekerstoornis bij kinderen?
Zoals bij de meeste psychische klachten is er geen specifieke oorzaak voor aan te wijzen. Als er in de familie veel gepiekerd wordt, is de kans groter dat je kind dat ook gaat doen. Er is dus sprake van een familiaire aanleg.

De angsten zorgen ervoor dat je kind situaties uit de weg gaat. Dat heet vermijding en het is een begrijpelijke reactie. Want het geeft op korte termijn ontspanning en rust. Maar op de lange termijn is dit vermijdingsgedrag schadelijk. Het zorgt er namelijk voor dat de angst blijft bestaan en zelfs kan toenemen. Je kind krijgt namelijk geen kans om te ontdekken dat niet gebeurt waarvoor het bang is. Bijvoorbeeld dat er niets naars gebeurt wanneer het een toets moet maken. Of je kind heeft door het piekeren moeite met inslapen en komt daardoor heel vaak uit bed om om geruststelling te vragen. Die geruststelling kan op korte termijn even angstverminderend werken. Op de lange termijn zorgt het er alleen voor dat je kind steeds meer geruststelling nodig heeft en niet meer alleen durft in te slapen.

Bij het ontstaan en blijven bestaan van angst zijn gedachten belangrijk. Angst zorgt er namelijk voor dat je kind het gevaar groter inschat dan dit echt is. Je kind denkt bijvoorbeeld dat anderen hem zullen uitlachen, terwijl de kans daarop maar heel klein is. Daardoor zal je kind ook sneller contact met anderen uit de weg gaan. Dat is jammer, want zo merkt het niet dat het vaak helemaal niet wordt uitgelachen. Je kind kan zo in een negatieve spiraal terechtkomen. Hierdoor blijft de angst bestaan. Uiteindelijk kan die angst zo erg worden dat er een piekerstoornis ontstaat.

Angststoornissen komen vrij veel voor. Eén op de vijf kinderen krijgt er ooit mee te maken. Met name oudere kinderen kunnen last krijgen van een piekerstoornis.

Wanneer heeft je kind hulp nodig?
Piekert je kind vaak over van alles? Meer dan nodig is? Je kind heeft hulp nodig als het piekeren zijn of haar normale, dagelijkse bezigheden belemmert. Zoals op tijd inslapen, zich erg druk maken over prestaties op school, gezondheid van familieleden of contacten met vriendjes. Of als het leren niet meer goed gaat door het piekeren. Samen met een coach gaan we kijken hoe werkt het piekeren, je gedachtes, vaak maak ik ook gebruik van het G-schema ( onderdeel van cognitieve therapie).

Add Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *